Wij zijn bewust op zoek naar niet hoger opgeleiden. Daar zit zoveel talent tussen!
Dat is wat iemand gisteren tegen mij zei en ik denk dat er zoveel waarheid in zit!
Als je kijkt naar de klok curve van IQ. De IQ verdeling. Je neemt daaruit het stuk 100 tot 115.
Dan past daarin 50% van de MBO-ers. Maar daar past ook 50% van de universitair geschoolden in! Dus 50% van de universitair geschoolden matcht qua IQ met 50% van de MBO ers!
Ik merk wel eens in gesprek met mensen dat sommige denken dat als je de capaciteiten en de vaardigheden hebt om hoger onderwijs te halen, dat je dat dan ook doet. Dat je dat dan ook wilt. Ik denk dat dat veel genuanceerder dan dat ligt.
Er is een onderzoek gedaan tussen VWO-ers en VMBO-ers. Uit dat onderzoek blijkt dat VWO-ers als groep vaker status gericht zijn en vaker hiërarchisch gericht zijn. Wat mij zorgen baart naar aanleiding van het onderzoek is dat er ook uitkomt dat VWO-ers als groep regelmatig negatief spreken over mensen die geen VWO hebben gedaan.
Niet hoger opgeleiden waarderen hoger opgeleiden ietsjes meer.
Hoger opgeleiden kijken echter veel negatiever naar niet hoger opgeleiden.En dat is zo jammer!
Want daardoor zien ze de kwaliteiten en de talenten niet van de niet hoger opgeleiden.
En zoals degene die ik gister sprak zei: daar zit zoveel talent tussen!
Dus kijk naar je niet hoger opgeleiden!
Geef ze carrièrepaden, geef ze trainingen en geef ze opleidingen. En ik denk dat je heel erg aangenaam verrast zult zijn!
Er is een enorme behoefte aan talent. Nu wordt er vaak vooral gekeken naar hoger opgeleiden. Het is in die zin niet vreemd dat inmiddels meer dan de helft van de jongeren tussen de 25 en 35 jaar hoogopgeleid is. Niet hoger opgeleiden worden in de zoektocht naar talent veelal te weinig gezien. Sterker nog, er wordt vaak negatief gedacht over hun competenties.
Meer weten? Kijk naar de volgende onderzoeken:
Later kan ik nog altijd worden wat ik wil, Lenie van den Bulk
Meer hoogopgeleiden en hun beroep steeg mee, CBS
Beelden van groepen in de samenleving en in organisaties, Universiteit Utrecht